Voor mij is alles licht en donker, en ik leef ook mijn schaduwkanten. Ik moet wel. Doe ik het niet, dan gaan ze bonzen op de deur; ook zij willen tijd en aandacht van mij. Er was een tijd, eigenlijk nog niet zo heel lang geleden, dat ze er niet waren. Niet voor de buitenwereld. Ik zeg niet dat ik leefde voor de schone schijn, nee, dat niet. Maar ik duwde ze wel heel ver weg. En uiteindelijk gaat het dan in je scheuren.
Eigenlijk vind ik die schaduwkant van mensen wel leuk: de ‘naughty’ kant, de boze kant.
En al die kanten die we liever niet laten zien. Het vertelt zoveel over jou en je behoeftes. Wanneer we contact maken met die kant, weten we vaak beter waar we naartoe willen. Anders ben je eigenlijk een stuurloos schip dat maar één kant op wil, en laten we wel wezen: het is nog nooit zo donker geweest of het is weer licht geworden.